Een kunstenaar bekijkt dingen vaak vanuit een ander perspectief. Laten we daarom eens meekijken door de ogen van een jonge Duitse fotografe uit Hamburg. In 1960 overkwam haar iets heel bijzonders, dat haar leven volledig op z’n kop zou zetten.
Astrid Kirchherr zat op de Kunstacademie samen met haar goede vriend Klaus. Op een dag vertelde hij heel enthousiast over iets dat hij had gezien en hij drong er op aan dat ze meeging om het ook te bekijken. Ze zag het eerst niet zo zitten omdat het zich afspeelde in een donkere kelder in de hoerenbuurt, en daar kwam een net meisje als zij normaal niet. Maar na lang aandringen liet ze zich toch overtuigen.
Wat Klaus had gezien was een groep Engelse jongens die een nieuw soort muziek maakten. Astrid keek met andere ogen, en zag niet zozeer muzikanten, maar absolute schoonheid, jeugdigheid en talent. Ze was er totaal door overdonderd. Ze waren niet alleen verbazingwekkend mooi, maar hadden ook een uitstraling die haar als vanzelf naar hen toetrok. Daarom wilde ze zo snel mogelijk vastleggen wat ze had gezien, voordat dit wonder weer uit haar leven zou verdwijnen. Trillend van de zenuwen vroeg ze hen na het concert, in krakkemikkig Engels, of ze foto’s van ze mocht maken. De jongens waren op hun beurt weg van haar, en zo gebeurde het dat ze John Lennon, Paul McCartney en George Harrison op de foto zette.
Astrid en haar vriend Klaus Voormann (*1) waren toen allebei 22, John 20, Paul 18 en George 17. George werd al snel stapelverliefd op haar, maar zij viel voor de 20-jarige basgitarist Stuart Sutcliffe. Stuart zat samen met John op de Kunstacademie in Liverpool, en was de meest talentvolle beeldend kunstenaar van het stel. Tot ergernis van Paul was hij een matig muzikant en repeteerde hij nauwelijks. Maar volgens John deed dat er niet toe, want hij was nu eenmaal echt rock & roll. Astrid en Stuart kregen een relatie totdat hij in 1962 totaal onverwachts stierf. (*2)
De ontmoeting met The Beatles was uiteindelijk het bepalende moment in het leven van Astrid. Stuart bleef de liefde van haar leven, ook al was hij er niet meer, terwijl de contacten met de band haar hielpen om een vliegende start te maken als kunstenaar. Maar tegelijkertijd bracht het ook veel twijfels met zich mee, waardoor ze op den duur stopte met het maken van foto’s (*3) en zich toelegde om te assisteren bij andere fotografen. Was ze echt wel goed? Of had ze gewoon geluk gehad doordat ze toevallig op het juiste moment op de juiste plek was geweest? (*4)
Astrid gaf John, Paul en George uiteindelijk ook iets mee wat voor hun toekomst van groot belang was, namelijk styling. Zij was het die hun haar in een nieuwe stijl knipte, korter en zonder Brylcreem, terwijl ze hen ook stimuleerde om andere, hippere kleren te gaan dragen. Door Astrid en Klaus leerden The Beatles zien dat het niet alleen ging om de muziek, maar veel meer om de integratie van beeld en muziek. En we hebben allemaal gezien en gehoord waar dat toe heeft geleid.
NOTEN
* 1 Klaus Voormann was de ontwerper van de albumhoes van Revolver (1966), waarvoor hij een Grammy ontving. Hij had zich in de tussentijd ook ontwikkeld tot een verdienstelijk bas-speler en kreeg aanbiedingen van The Moody Blues en The Hollies, maar koos voor The Manfred Mann Band en speelde daar van 1966 tot 1969. Ook speelde hij mee met John Lennon’s Plastic Ono Band (1969) en met George Harrison op het album All Things Must Pass (1970) en tijdens het Bangla Desh Concert (1971). Als sessie-muzikant hoor je hem op albums van Randy Newman, Harry Nilsson en Carly Simon.
* 2 De film Backbeat uit 1994 geeft een prachtig beeld van Astrid’s ontmoeting met The Beatles in 1960 en van haar relatie met Stuart.
* 3 Dat ze wel degelijk talent had is te zien op deze foto van knieën.
* 4 Hieronder zie je Astrid’s favoriete foto. Volgens haar kun je hier goed zien hoe moeilijk John het had met de plotselinge dood van zijn maat Stuart, terwijl George zijn best deed hem daarbij te steunen.
Goed verhaal, inhoudelijk ook goed compleet (ik beschouw mezelf als een Beatleskenner, en ik las dit verhaal daarom met interesse).
Een foutje: Revolver is uit 1966. (Heb ik nu aangepast, MS) De opnames voor Revolver startten op 6 april 1966 met de eerste takes voor “Tomorrow Never Knows”. Het album zelf wordt uitgebracht op 5 augustus 1966 en staat vervolgens 7 weken op de eerste plaats van de elpeelijst. Toch wel kort voor een elpee van deze klasse.
Verder prima stuk! Ik ga deze site verder bekijken.